website

Lobi voor Ajax

Lobi voor Ajax

Ik moest in West zijn, in Geuzenveld om precies te zijn. “Hoe laat speelt Jaxi?” vroeg ik aan iemand op de Aalbersestraat. Het was de dag toen Ajax de halve finale van de Champions League speelde tegen Tottenham Hotspurs. “Kwart voor negen ofzo”, zei hij. Het was al zeven uur en ik moest me haasten. “Wat denk je dat het gaat worden?”, vroeg ik. “Finale broer, we halen de finale, Ziyech gaat ons regelen”. Hij en ik lachte hartelijk. “100!” zei ik “100! Broer, 100!!!”. We gaven elkaar een boks en ik stapte op bus 21 richting Centraal. Het voelde goed, niets kon meer stuk. In mijn hoofd speelde hele tijd het nummer van Sven Alias; “ik  zet herres, ik zet herres, op die flank als David Neres…”. Ik weet ook niet waarom. Maar ik voelde me trots en vooral gemotiveerd want mijn club zou sowieso de finale Champions League halen.

Ik begon te denken. Ja, dit voelt goed. In Geuzenveld begrijpen ze ook direct dat ik het over Ajax had toen ik ‘Jaxi’ zei. Het kwam gewoon niet ons op om Ajax, Ajax te noemen. Mijn matties en ik noemen Ajax altijd Jaxi. Ja, voor jongens van de straat is dat normaal. Ook voor die gast in Geuzenveld. Hij was ook van de straat en Jaxi is de naam die wij op straat gebruiken.

Ondertussen merk ik dat ‘Jaxi’ een groot fenomeen is geworden. Heel Amsterdam heeft het over Jaxi. Het leeft bij iedereen. Want zonder jezelf voor te stellen, is het woord ‘Jaxi’ voldoende voor boys van de straat om met elkaar te connecten. Het geeft een gevoel van verbondenheid weer. Het maakte niet uit of hij uit West komt en ik uit de Bims, we begrijpen elkaar direct. Ik voel die warmte, hartelijkheid en oprechtheid, we zijn één gemeenschap.

Daarom geloof ik dat Jaxi de kracht heeft om mensen te verbinden. Met Jaxi staan we niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Ongeacht buurt of achtergrond. Jaxi dwingt respect af en is een ode aan Ajax op straat.

“Station Bijlmer Arena” kwam er uit de speakers. De volgende halte moest ik eruit. Ibs en Ijah, mijn guys, vingen me op en liepen vanaf de metrohalte met me mee. We keken de wedstrijd bij Dashan. Eenmaal aangekomen deed hij snel de voordeur dicht en de TV aan. We gingen er voor zitten. Matthijs de Ligt! Hakiiiiim Ziyeeeech. We staan 2-0 voor! Nu moeten zij er wel honderd maken. “100! Broer” zei ik weer. “Licht, camera ‘actie’, doe het voor me team ‘Jaxi’….”, spookte Herres weer door m’n hoofd. Jaxi gaat door naar de finale, toch? zeiden me matties. Kan sowieso niet meer stuk, zei ik.

96e minuut, Lucas Moura…

 

Ocho.

Special instructions for seller

What are you looking for?